Schepentje Allijns

Schepentje van Economie, Sport en Boeren Wouter Allijns was tot en met zaterdag 12 augustus waarnemend burgemeester van Kortrijk.

Schepentje Wouter Allijns : “Mijn waarnemend burgemeesterschap verliep uitstekend. Een grandioos succes. Mijn geluk kon haast niet op. Ik vond het een eer en een belangrijke verantwoordelijkheid. Geen taak om op je lauweren te rusten, al kan je niet altijd over de hele lijn scoren. Ik kijk al uit naar oktober 2036, wanneer ik écht burgemeester word. Binst Kortrijk congé was er niet veel werk. Ik kon alle dagen de Kortrijkse zomerbars afschuimen, maar zwaar het beest uithangen en weelderige etentjes in prestigieuze restaurants was er niet bij. Als burgemeester kon ik wel overal gratis eten en drinken en iedereen wil dan ook altijd met mij op de foto en een handtekening, heel grappig en verre van corruptie. Ik deed het supergraag. Ik bezocht dagelijks kleine middenstanders, coureurs, voetbalders en boeren, en was dag en nacht bereikbaar. ’s Nachts kon ik niet slapen. In het holst van de nacht kreeg ik wel eens een telefoontje van een in nood verkerende alleenstaande moeder of een mishandelde kuisvrouw die je t’ adore zuchtte. Ik hield de boot af, want ik doorzag de slinkse bedoelingen van die verraderlijke vrouwen. Ik wou niet in de val trappen waar De Croo ingetrapt is, en ingaan op de dubbelzinnige verzuchtingen van die willige dames, al scheen de lokroep moeilijk te weerstaan. Ik ben een alleenstaande man, ik ben ook maar een mens van vlees en bloed en het vlees is zwak. Mijn vrienden noemen mij een playboy en ik kan het niet verduiken dat mijn succes bij de meiskes meer dan middelmatig is. Maar ik maak er als schepentje van kleine middenstanders, voetbalders en boeren geen misbruik van. De verlokkingen tijdens mijn burgemeesterschap waren soms moeilijk te weerstaan. Ik heb volgehouden en dat siert mij, aldus Ruthie, die mij dagelijkse belde vanuit haar vakantieoord, haar liefdesnestje met schepentje Wout in Carboneras, waar ze zich overgaven aan seksuele excessen en braspartijen. Het burgemeesterschap was ook nuttig om mijn populariteit op te krikken met het oog op de komende gemeenteraadsverkiezingen. By the way, in 2036 ga ik voor het burgemeesterschap. Ach ja die Ruthie. De relatie verloopt een beetje stroef omdat ik haar populisme verwijt en haar een madam noem die eerder in de showbusiness thuishoort. Ze staat te graag in de picture en in de gazetten, waardoor haar politieke daadkracht te wensen overlaat. Daarom wil ik haar in 2036 verslaan en of het zal lukken hangt ook af mijn geloofwaardigheid als schepentje van kleine middenstanders, kogelstoters, voetbalders en boeren. Ik hoop dat Ruthie en Quickie tegen die tijd compleet uitgeblust zullen zijn.”

1