“Bieftik mee prrovençalle soos.”
Ik herinner mij, toen ik nog een prille twintiger was en nog bij mijn ouders woonde en ’s avonds na het werk thuis kwam, dat mijn moeder met haar prachtig Frans accent steeds mijn favoriete gerechten klaar maakte. Eentje daarvan was “ne saignant bieftiksk mee Prrovençalle soos avec des pâtes”. Hemels vond ik dat, een kort dik stukje rundsvlees dat hevig maar kort werd aangebakken in boter met een vleugje knoflook en dan nog een poosje lichtjes laten garen zodat het nog lekker sappig was van binnen. Dat werd centraal in het bord gelegd en daaromheen kwam de Provençaalse saus, in olijfolie gefruite ui en knoflook aangevuld met paprika’s en courgettes en vervolgens nog met aubergines en gepelde tomaten, om te eindigen met een vleugje Provençaalse kruiden, waarna het geheel nog een paar uur lichtjes stond te pruttelen. In het bord werd nog een plaatsje vrij gehouden voor de met zorg gekookte pasta, meestal was dat tagliatelli of macaroni die ‘al dente’ werd gegaard om vervolgens door de met muskaatnoot geparfumeerde boter gehaald te worden. Bij mijn moeder heette dat “du tagliatell’ mee beuterr en noix de muscade”. Dit alles werd dan zorgvuldig bestrooid met uiterst fijngesneden peterselie zodat het geheel er echt mediterraan uitzag.
Ik ga er gegarandeerd nog terug want de volgende keer wil ik de “vol au vent” proberen. Benieuwd of hij ook zal smaken zoals mijn moeder met haar prachtig Frans accent hem zou bereid hebben, “ne soepekieksk in de bouillon mee bolleke hekap et des chamignons.”
MVG.